Amphion, de oudste toonkunstenaar der Grieken, was een zoon van Zeus (Jupiter) en van Antiope. Met zijn tweelingsbroeder Zethus werd hij te vondeling gelegd, en beide werden opgevoed bij een koeherder. Amphion verkreeg van Apollo of van de Muzen de gave van gezang en snarenspel, terwijl Zethus in het gebergte zich toelegde op de jagt en het herdersbedrijf. Intusschen werd hunne moeder Antiope (zie onder dezen naam) door haren oom Lycus en zijne gemalin Dirce zeer hardvochtig behandeld.
Toen de tweelingsbroeders volwassen waren, wreekten zij hunne moeder door Lycus te dooden en Dirce vast te binden aan een wilden stier, die haar voortsleurde totdat zij den adem uitblies. Daarna veroverden zij Thebe en bouwden er den burg Cadmea. Dit geschiedde zonder veel moeite doordien de rotsblokken, door het spel van Amphion betooverd, zich van zelf tot muren opstapelden. Amphion huwde met Niobe (men raadplege dit artikel), maar hij bragt zich zelf om het leven, ontroostbaar als hij was over zijne kinderen, die door Apollo en Artemis (Diana) waren gedood. De beide broeders werden later in hetzelfde graf ter aarde besteld en onder den naam van de Dioscuren gehuldigd. Eene prachtige groep, in 1546 opge-dolven en in het paleis Farneze geplaatst, “de stier van het paleis Farneze” genaamd, vertoont de straf, door Dirce ondergaan.
