Ambiorix een vorst der Eburonen, in Belgisch Gallië gevestigd, verdedigde met moed de vrijheid van zijn vaderland tegen de heerschappij der Romeinen. Toen Caesar (55 vóór Chr.) een gedeelte van zijn leger in het land der Eburonen de winterkwartieren wilde doen betrekken, barstte er door toedoen van Ambiorix en Cativolcus een opstand uit, die de Romeinsche bezetting aan den rand bragt van het verderf. Toen snelde Ambiorix naar de Aduatikers en de Nerviërs, om ook deze tot een opstand te bewegen. Het legioen van Q. Cicero werd er omsingeld en ware vernietigd, indien een trouwelooze Nerviër aan Caesar geene kondschap had gebragt van den hagchelijken toestand zijner soldaten.
Caesar rukte derwaarts en verstrooide de opstandelingen. Toch verzuimde Ambiorix niet, door nieuwe opwekkingen en verbindtenissen de Romeinen te verontrusten. Caesar zocht zich door list meester te maken van den dapperen Eburoon, maar te vergeefs. Wel gelukte het hem, het geheele land te overmeesteren, maar Ambiorix ontkwam telkens aan zijne handen. De verdere lotgevallen van dezen man zijn onbekend; volgens Florus vond hij eene wijkplaats bij de volkeren aan de andere zijde van den Rijn.
