Van de vrouwen, die dezen naam hebben gedragen, vermelden wij de volgende:
Amalia (Anna), hertogin van Saksen-Weimar, eene dochter van den hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel. Zij aanschouwde het levenslicht op den 24sten October 1739. Zij onderscheidde zich door groote gaven van verstand en hart en was geruimen tijd de flonkerster, om welke de meest-beroemde personen harer eeuw zich bewogen. Den 28sten Mei 1758 verloor zij na een tweejarig huwelijk haren echtgenoot, hertog Ernst August Constantijn, en aanvaardde als voogdes van haren éénjarigen zoon Karel August het rijksbewind, dat zij in 1775 aan dezen overgaf. Zij zocht de treurige gevolgen van den 7-jarigen oorlog zooveel mogelijk te verzachten, verleende gedurende den hongersnood in 1773 menschlievenden bijstand en bevorderde met kracht het onderwijs. De noodlottige slag bij Jena (1806) trof haar diep, en zij overleed den 10den April 1807, vervuld met treurige gewaarwordingen over de toekomst van haar dierbaar vaderland.
Amalia (Maria), de gemalin van Lodewijk Philips, koning van Frankrijk, en eenige dochter van Ferdinand I (IV), koning van de beide Siciliën. Zij werd geboren den 26sten April 1782, huwde den 25sten November 1809 met Lodewijk Philips, toenmaals hertog van Orléans, die als balling rondzwierf en weinig hoop mogt koesteren, dat hij in zijn vaderland terugkeeren, en nog minder hoop dat hij er ooit den troon beklimmen zou. Zij mogt zich met hem in een hoogst gelukkig huwelijksleven verheugen en bemoeide zich weinig met staatkundige aangelegenheden. Bij den val van haren gemaal vergezelde zij dezen op zijne vlugt naar Engeland. Hier werd zij weduwe op den 26sten Augustus 1850 en volgde er, weinige jaren geleden, haren echtgenoot in het graf.
