Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Almanak

betekenis & definitie

Almanak of eigenlijk Almanach is een Arabisch woord, hetwelk “de telling” beteekent en gebruikt werd als benaming van sterrekundige opgaven (ephemeriden) en kalendervormige tafels, waarbij wel eens astrologische aanteekeningen waren gevoegd. De eerste almanak, welke in druk verscheen, droeg den titel “Pro annis pluribus (voor onderscheidene jaren)” en was afkomstig van George von Peurlach, die omstreeks 1460 te Weenen zijn verblijf hield. Vervolgens vervaardigde Johannes Begiomontanus op last van Koning Matthias Corvinus. in 1474 een almanak, die in het Duitsch en in het Latijn in het licht verscheen.

Sedert 1491 gaf de boekdrukker Engel te Weenen en sedert 1554 Stöfter te Tübingen geregeld almanakken uit, van welke zeer weinig exemplaren zijn bewaard gebleven. Jaarlijksche almanakken kwamen eerst in den loop der 16de eeuw. In de 17de eeuw werden bij den kalender astrologische bijdragen, voorspellingen en deze en gene inlichtingen gevoegd. In den “Almanach royal”, die sedert 1679 te Parijs werd uitgegeven, vindt men een en ander over de posterijen, de feesten van het Hof, de jaarmarkten, de munt enz., en na 1699 ook berigten van de verjaardagen van het Koninklijk huis benevens de namen van hen, die met de hoogste geestelijke waardigheden waren bekleed. Dit vond elders in Duitschland en ook in ons Vaderland navolging. Weldra plaatste men in den almanak kleine verhalen, anecdoten en gedichten. Eindelijk verschenen al die almanakken, bij welke de kalender slechts eene bijzaak was, terwijl zij door keur van proza en poëzie zich tot vertegenwoordigers der letterkunde zochten te verheffen. De bloeitijd dier jaarboekjes heeft in ons Vaderland ongeveer van 1830 tot 1850, dus zeer kort, geduurd. Toen leefden de Muzen-Almanak en de Almanak voor het schoone en goede met hare zusters Tesselschade en Aurora, de Miniatuur-Almanak en de Christelijke volks-almanak, benevens een groot aantal Provinciale almanakken. Wij mogen daarbij den Enkhuizer Almanak niet vergeten, en noemen met onderscheiding den Volksalmanak, uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Thans zijn vele, weleer geliefkoosde almanakken reeds dood of, zoo als Braga zegt, “stervende aan hun lamzaligheid.”