Algau, de bergachtige landstreek, die in Zwaben zich langs de Alpen uitstrekt, ligt tusschen de Iller, de Bodensee en de Lech, tusschen de Inn en de Donau. Gewoonlijk: echter bestempelt men het zuidwestelijkste gedeelte van het Beijersche district Zwaben met de aangrenzende deelen van Würtemberg en Oostenrjjksch Tirol met dien naam. Er ontspringen op de Rhaetische VoorAlpen de Ill, de Bregenzerach, de Iller, de Argen, de Wertach en de Lech.
De hoogste bergen vindt men er in het zuidelijk gedeelte, waar zich de Arlberg tot eene hoogte van ruim 3000 Ned. el verheft. Algau bezit heerlijke, zoowel woeste als bevallige landschappen, hooge bergtoppen, waar de gems en de adelaar wonen, liefeljjke dalen, trotsche watervallen, fraai bebouwde hellingen en prachtige wouden. De inwoners zijn welgemaakt van ligchaam, eenvoudig van zeden en zeer gastvrij. De spoorweg van Kaufbeuern naar Kempten — de hoofdstad van Algau — brengt vele reizigers derwaarts.