Alcestis of Alceste, eene dochter van koning Pelias, werd dengene beloofd, die een wagen met leeuwen en wilde zwijnen dorst bespannen. Dit deed Admetus, koning van Pherae, met hulp van Apollo. Daar Admetus verzuimd had, bij zijn huwelijk aan Artemis (Diana) te offeren, vond hij zijn bruidsvertrek gevuld met door elkaâr gekronkelde slangen. Door tusschenkomst van Apollo verkreeg hij de toezegging, dat hij bij de nadering van zijn stervens-uur aan den dood ontkomen zou, indien iemand zich voor hem wilde opofferen. Weldra werd hij door eene gevaarlijke ziekte aangetast, maar zijne trouwe gade wijdde zich aan den dood, en Admetus herstelde.
Zijn vriend Heraklés (Hercules) greep echter den Dood en hield hem zoolang vast, totdat Alcestis uit het schimmenrijk was teruggekeerd naar haren echtgenoot. Hare geschiedenis werd door Euripides vereeuwigd in het treurspel dat haren naam draagt.