Een van de Britsche Scilly-eilanden draagt den naam van St. Agnes. Voorts kennen wij onder dien van Santa Agnes eene Heilige der Roomsch-Katholieke kerk. Zij leefde in den tijd van keizer Diocletianus en weigerde, als Christin, met den Heidenschen zoon van een aanzienlijk Romeinsch ambtenaar in het huwelijk te treden. Nu werd zij om haar geloof vervolgd, vreeselijk beproefd en eindelijk tot den brandstapel veroordeeld. Daar de vlammen haar ongedeerd lieten, bragt men haar met het zwaard om het leven. Hare geschiedenis is afgebeeld in een uitmuntend bas-reliéf van Algardi in de St. Agnes-kerk op de Piazza Navona te Rome. Voorts vermeldt de geschiedenis:
Agnes van Poitou, de dochter van Willem V, hertog van Guyenne, sedert 1043 de gemalin van den Duitschen keizer Hendrik III en na zijn dood voogdes over Hendrik IV. Zij stierf in het jaar 1077.
Agnes, koningin van Frankrijk, dochter van den hertog van Meran en gemalin van Philippus Augustus, nadat deze zijne eerste vrouw Ingelborga verstooten had. Later moest zij voor deze plaats ruimen en stierf in 1201.
Agnes van Oostenrijk, de dochter van keizer Albrecht I. Zij werd geboren in 1280 en was, als gemalin van Andreas III, koningin van Hongarije. Zij werd spoedig weduwe en stierf in hoogen ouderdom in 1354 of 1364.
Agnes Sorel of Soreau, de aanzienlijke dochter van den Heer de St. Gerand, werd in 1409 in het dorp Fromenteau geboren. Zij werd de minnares van koning Karel VII van Frankrijk en wist hem steeds ten goede te leiden. Zij stierf den 9den Februarij 1450, vermoedelijk door vergiftiging. Hare drie dochters werden door Karel VII en door zijn opvolger Lodewijk XI erkend.
Agnes, hertogin van Meran, was de beruchte gemalin van graaf Otto van Orlamünde. Na 1293 leefde zij als weduwe op den Plassenburg bij Kulmbach. Om haar huwelijk met den burggraaf Albrecht de Schoone van Neurenberg te bevorderen, verviel zij tot eene vreeselijke misdaad. Zij bragt hare twee kinderen om het leven. Nu werd zij door Albrecht verlaten, en zij stierf te Hof in de gevangenis. Volgens het volksgeloof vertoont zij zich op den Plassenburg in de gedaante van eene witte vrouw.
Agnesi (Maria Gaetana), in 1718 te Milaan geboren, was op haar 9de jaar met de Latijnsche en op haar 11de jaar met de Grieksche taal grondig bekend. Zij legde zich vervolgens toe op de Oostersche talen, op de bespiegelende wijsbegeerte en op de wiskunde. Op haar 30ste jaar had zij reeds eenige werken over de wiskunde — eene verhandeling over de kegelsneden en de eerste gronden der analyses — uitgegeven, zoodat zij te Bologna tot het hoogleeraarsambt geroepen werd. Zij begroef echter hare talenten in een klooster, waar zij in 1799 overleed. — Hare zuster Maria Theresia heeft eenige cantates en operas op muziek gebragt.
