Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Afgoderij

betekenis & definitie

Afgoderij, is de naam, waarmede Joden, Christenen en Mohammedanen, als vereerders van één God, de godsdienst der Heidenen bestempelen. Zij bestaat in het bewijzen van hulde aan sommige voorwerpen, aan planten of dieren, aan hemelligchamen of natuurverschijnselen, of aan beelden, die deze laatsten vertegenwoordigen. In den eenvoudigsten vorm is afgoderij de fetisch-dienst der Negers, in hare hoogste ontwikkeling vertoont zij zich als eene vereering van denkbeeldige wezens, die ons door de fabelleer der Grieken en der Noordsche volkeren worden voorgesteld. Die wezens voeren heerschappij over bepaalde krachten der natuur, maar zijn zelve onderworpen aan eene hoogere magt — aan die van het noodlot. Hunne beelden waren of vindt men nu nog bij de Heidenen in tempels geplaatst.

Bij volkeren, die zich op een lagen trap van kennis en beschaving bevinden, zoodat zij in de groote verscheidenheid der natuurkrachten de eenheid van het geheel nog niet opmerken, is afgoderij de natuurlijke vorm, waarin hun godsdienstig gevoel zich openbaart. Eerst door ontsluijering van de wetten van het geschapene worden zij geschikt, om het veelgodendom te laten varen. Over-blijfselen van de afgoderij onzer Germaansche voorvaderen vinden wij in de namen van de dagen der week. De zondag was aan de zon, de maandag aan de maan, de dingsdag aan Tuisco, de woensdag aan Wodan of Odin, de donderdag aan Thor den donde-raar, de vrijdag aan Freia, en de zaturdag aan Seator gewijd.

Ook bij hen, die op godsdienstig gebied éénen God erkennen, heerscht afgoderij, wanneer zij hunne hoogste hulde brengen aan voorbijgaande dingen, aan het goud, den roem, het genot enz.

< >