Actium thans Capo di Figolo, eene stad en voorgebergte in Acarnanië, was in den aanvang onzer jaartelling (31 na Chr.) getuige van den merkwaardigen zeeslag tusschen de vloten van Antonius en Octavianus. De eerste had 10.000 man voetvolk, 12.000 ruiters en 220 schepen en werd door de vloot van Cleopatra met 60 schepen gevolgd, en de tweede, telde 80.000 man voetvolk, 12.000 ruiters en 260 schepen onder het bevel van Agrippa.
Toen het centrum der vloot van Antonius in verwarring kwam, vlugtte de lafhartige en trouwelooze Cleopatra naar Egypte, waar Antonius, die haar aanstonds was gevolgd en nu vruchteloos hare gunst zocht te winnen, zich met eigen hand om het leven bragt. Zeven dagen wachtte het leger te lande strijdvaardig op de komst van den Opperbevelhebber. Toen deze niet verscheen en ook andere aanvoerders de wijk namen, gaf het zich over aan den overwinnaar — aan Octavianus. Deze deed op de plek, waar zijne zegevierende vloot landde, Nicopolis bouwen en den tempel van Apollo te Actium vergrooten, om er alle zegeteekenen te kunnen plaatsen. Tevens werd de gedachtenis dier overwinning er alle vijf jaren door feestelijke spelen vernieuwd.