Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Abbé

betekenis & definitie

Wanneer men schilderingen leest van het verkeer in de aanzienlijke kringen te Parijs onder de heerschappij der laatste Bourbons, dan ontmoet men daarin gewoonlijk een abbé — een man met dien kloosterachtigen titel en met een zwart of violetkleurig gewaad, die zich met weinig anders dan met de dingen der wereld schijnt bezig te houden.

De maatschappelijke toestand van zulk een abbé komt velen raadselachtig voor; wij zullen er eene oplossing van geven. Men had in die dagen vooral vele jongere zonen van aanzienlijke geslachten, die den geestelijken stand kozen. Wanneer zij hunne theologische studiën volbragt, maar de priesterwijding nog niet ontvangen hadden, droegen zij den naam van abbé. De meesten van hen dongen naar eene plaats van abbé commanditaire — zoo als men de wereldlijke bestuurders van abdijen noemde, die door den koning werden benoemd. Eigenlijk moest een abbé binnen den tijd van een jaar tot priester worden gewijd, maar gewoonlijk werd hij door eene pauselijke dispensatie daarvan vrijgesteld. Hij kon in dit geval zijne veelal aanzienlijke inkomsten als eene sinecure verteren en den prieur claustral voor de administratie van het klooster laten zorgen. De koning kon in dien tijd over 225 dergelijke plaatsen beschikken, van welke de rijkste aan den adel en de minder voordeelige aan geleerden werden toegewezen. Laatstgenoemde plaatsen noemde men om die reden abbayes des savants (abdijen der geleerden).