Abbas of eigenlijk Abbas ben abd el Mothalleb was een oom van Mohammed, aanvankelijk diens tegenstander en later diens ijverigste aanhanger. Hij stierf in 662 en is de stamvader der Abassiden. — Sjach Abbas I, de groote bijgenaamd, was een zoon van den Perzischen sjach Mohammed Chodabendé, uit het vorstenhuis der Sofi. Tijdens het bewind zijns vaders bekleedde hij het ambt van stadhouder van Khorassan en beklom na het vermoorden van zijn ouderen broeder (1586) den troon.
Hij lokte vele vreemdelingen naar zijn land, vestigde zijn zetel te Ispahan en breidde door vele en bloedige veroveringen zijn rijk aanmerkelijk uit. Hij stierf in 1628. — Abbas II, achterkleinzoon van den voorgaande, kwam in 1642 op zeer jeugdigen leeftijd aan het bewind. Hij betoonde zich den Europeanen, die zich in zijn rijk wilden vestigen, zeer genegen, en stierf in 1666. — Abbas III, de zoon van den sjach Thamasp, was de laatste regerende vorst uit het huis der Sofi. In 1732 baande het legerhoofd Nadir Thamasp Koeli Khan hem den weg naar den troon, om zelf dien te beklimmen, toen Abbas III in 1736 overleed.