Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Aardhars

betekenis & definitie

Deze zelfstandigheid,ook onder de namen asphalt, bergteer, aardpek, jodenlijm, bitumen enz. bekend, is donkerbruin tot zwart van kleur, schelpachtig van breuk en smelt bij eene warmte van 100° C. Het bezit een eigenaardigen (bitumineusen) reuk, wordt door wrijving electrisch, ontvlamt zeer ligt en verbrandt met eene lichtgevende, sterk walmende vlam. Men vindt het in een vasten, dik vloeibaren en dun vloeibaren toestand, en 't schijnt een ontledingsvoortbrengsel van steen- en bruinkolen, alzoo van plantaardigen oorsprong te wezen. Het bevat waterstof, bitumineuse olie, kool, kiezelaarde, kalk, ijzer en leem, en heeft een soortelijk gewigt van 1,16.

In een vloeibaren toestand heet men het naphtka, eene waterheldere, doorzigtige, aan-genaam riekende vloeistof, die geheel en al verbrandt, of ook wel steenolie (petroleum), welke geel of geelachtig bruin is en bij het verbranden onaangenaam riekt en eenig overschot achterlaat, welke laatste eigenschappen echter door de thans gebruikelijke zuivering aanmerkelijk worden verminderd. In het artikel aardolie komen wij op dit onderwerp terug. De aardolie verandert in de open lucht in bergteer, en deze dik-vloeibare massa in het vaste aardhars of asphalt.

Aardhars of asphalt wordt in het dagelijksch leven veel gebruikt. In oliën, bij voorbeeld in petroleum of terpentijn-olie, opgelost, geeft het een uitmuntend zwart smeer voor schoenen en paardentuig, en als asphaltlak is het eene voortreffelijke verfstof voor hout, vooral aan de buitenzijde der gebouwen, daar het elke weêrsgesteldheid verduren kan ; voorts is het zeer geschikt om muren tegen den invloed der slagregens en dus tegen de vochtigheid te beveiligen, zoodat het ook tot het bekleeden van platte daken wordt aangewend. Inzonderheid heeft men aardhars gebezigd, om stoepen en straten te plaveijen. Hiertoe wordt het met kalk vermengd en in een ketel boven het vuur vloeibaar gemaakt, voorts voegt men er even zoo veel fijn gemalen krijt, fijn zand of kwartszand bij, en deze brij wordt tusschen ijzeren staven, die een vierkant vormen van ½ tot 1 vierkante el ter dikte van een halven duim op een grondslag van beton of van tigchelsteenen gegoten, met een rolstok afgestre-ken en met fijn zand bestrooid. Zulke plaveisels vindt men te Parijs in de Champs Elysées en op de Place de la Concorde, en ook te Amsterdam heeft men er de proef meê genomen. Zij zijn echter niet vast genoeg, om lang weêrstand te bieden aan de hoeven der paarden en aan de raderen der rijtuigen. Door bijvoeging van gekleurd zand kan men een asphalt-mozaiek-plaveisel vervaardigen. Voor de bekleeding van daken leveren sommige fabrieken niet alleen asphaltplaten, maar ook asphaltvilt, dat bij eene zorgvuldige behandeling vrij goed aan het oogmerk beantwoordt.

Het aardhars vindt men vooral in het zuidelijk en westelijk gedeelte van Azië, in den Kaukasus en aan de Kaspische Zee, in Perzië, Arabië, Indië, China en Japan, alsmede in enkele gewesten van Europa, zooals in Sicilië, in Italië, in het Zuiden van Frankrijk, in Tyrol, Beijeren, Schotland, Engeland, enz. De voornaamste petroleum-bronnen, waarover wij later zullen spreken, ontspringen in Amerika.

Reeds in overoude tijden was het aardhars bekend. Wij weten uit de geschriften van Diodorus Siculus, dat er weleer reusachtige massa's asphalt uit de Doode Zee oprezen, die eerst in een brijachtigen toestand verkeerden, maar langzamerhand verstijfden. Vooral op Trinidad is het in groote hoeveelheid voorhanden. Men heeft er een klein uur gaans van de kust zelfs een asphaltmeer, dat 1000 schreden lang en 120 schreden breed is. De asphaltmassa is er overal, behalven in het midden, reeds genoeg verstijfd om een voetganger te dragen. In Frankrijk vindt men te Seyssel aan de Rhône eene bedding aardhars, die 2500 voet lang en 800 voet breed is en jaarlijks 30 000 centenaars asphalt oplevert. Ook elders, zoo als te Bastennes in het Departement des Landes, vindt men dergelijke lagen. Gewoonlijk is het aardhars in dergelijke groeven sterk vermengd met zand, zandsteen, kalk enz. Een oplosbaar bestanddeel van het aardhars is door Boussingault asphaltene genoemd; het bestaat uit kool-, water- en zuurstof en wordt beschouwd als het oxyde van een in het aardhars aanwezig radicaal.

Ook de barnsteen, waarvan wij later spreken, is een aardhars.

< >