Breuk (Hendrik Roelof de), een Nederlandsch letterkundige en improvisator, werd geboren te Haarlem den 25sten September 1814, studeerde te Leiden en werd aldaar in 1839 bevorderd tot doctor in de letteren. Nadat hij 1½ jaar te Zwolle aan het instituut van den heer Cnopius was geweest, keerde hij naar zijne geboorteplaats terug, en werd in 1843 eigenaar van eene boekdrukkerij te Leiden.
Hier werd hij weldra wegens zijne groote gaven lid, secretaris of bestuurder van onderscheidene instellingen, die veel te danken hebben aan zijne voorbeeldelooze werkzaamheid. Om verschillende redenen ontdeed hij zich van zijne zaak en vestigde zich te IJsselstein. Hier nam hij het onderwijs op zich in de oude talen, bragt het stedelijk archief in orde en trad in 1857 op vele plaatsen en met ongemeenen bijval op als improvisator in gebonden stijl. Later werd hij benoemd tot docent in de Hollandsche taal, letterkunde en geschiedenis te Gouda, maar was er slechts weinige weken werkzaam, daar hij reeds den 24sten September 1861 overleed.
Hij was lid van de Hollandsche Maatschappij van Fraaije kunsten en Wetenschappen, van de Leidsche Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde en van het Prov. Utrechtsch Genootschap. Zijne verzen zagen in den regel zonder naam of voor een kleinen vriendenkring het licht. Hij is de stichter van het tijdschrift “De Rederijker”.
