Gepubliceerd op 14-03-2021

Venlo

betekenis & definitie

gemeente in Limburg (arr. Roermond, kantonshoofdplaats), grenst aan Pruisen en in het w. aan de Maas, 26⅘ km.2 groot, bevat de stad V. met haar Bantuin en telde 1 Jan. 1906: 17.015 inw.

Zij is hoofdplaats van een kiesdistrict; pers. belasting: stad en stadsgedeelte van den Bantnin 6de, overig deel 8ste klasse. De stad V. ligt aan den rechter Maas-oever. Zij is dicht ineen gebouwd en door haar gunstige ligging ontwikkelde zij zich tot een belangrijke handelsstad, zoodat zij in de 15de eeuw zelfs in de Hansa werd opgenomen. Zij heeft ook eenige industrie. Tot de voornaamste gebouwen behooren het stadhuis en de Groote kerk. Venlo werd door Valuas, veldoverste der Bructeren, in 96 na Chr. gesticht.

In 1543 werd er het verdrag tusschen Willem van Gulik en Karel V gesloten, waarbij de eerste Gelder en Zutphen aan den laatste afstond. In 1568 trad Y. in de Unie van Utrecht, werd in 1586 door Parma ingenomen, in 1606 door Maurits vruchteloos belegerd, in 1632 door Frederik Hendrik veroverd, maar viel in 1637 den Spanjaarden door verraad in handen. Bij het barrière-tractaat van 1715 werd V. aan de nederl. republiek afgestaan. In 1794 moest het zich aan de Franschen overgeven en het bleef tot 1814 een deel van hun rijk uitmaken. Toen kwam het aan het koninkrijk der Nederlanden; 1830 —39 was het bezet door de Belgen.

< >