Gepubliceerd op 28-02-2021

Pers

betekenis & definitie

(Synd. de la Presse). De Parijsche Pers in het bijzonder — en in het algemeen mag dit gezegd worden van enkele belangrijke toongevende bladen in de provinciesteden — onderscheidt zich wezenlijk van die in alle andere landen door het streven naar een letterkundigen vorm. .Nergens ter wereld worden dagelijks in de organen der verschillende richtingen en partijen, de politieke vraagstukken met zooveel geest, zooveel goeden smaak en zooveel oorspronkelijkheid behandeld als in het land waar het journalisme de ladder is waarlangs de groote meerderheid der mannen van gezag of van invloed is geklommen naar zijn doel.

Vandaar dan ook dat nergens het gezag en de invloed der pers — ten goede en ten kwade — zoo machtig zijn als te Parijs. De meeste politieke bladen staan onder de onmiddellijke leiding van een directeur of een hoofdredacteur die persoonlijk een werkzaam aandeel neemt in de politiek van dit land, al of niet als lid van het parlement.De voornaamste dier bladen zijn: „Le Temps” (gematigd republ), „Le Gaulois” (elerikaalmonarch.), „Le Figaro” (mondain, anti-republ.) „L’Echo de Paris” (nationalistisch), ,,Le Matin” (onafh. republ.), „L’Aurore” (onafh. radikaal), „L’Humanité (parlementair socialist.), „La République Française” (progressistisch), „La libre Parole” (anti-semitisch), „Le Radical” (rad.-socialist.), „Journal des Débats” (gemat, republ.), „L’Eclair” (nationalist.), „Le Rappel” (onafh. radikaal).

Onder dezen zijn er waarin de politiek een bescheiden rol speelt, maar de ruimste plaats is overgelaten aan „inlichtingen”, die echter niet allen zoo onzijdig (en onafhankelijk) zijn als dit wel behoorde. Daarbij is het dikwerf moeilijk een onderscheid te maken tusschen reclame en de eenvoudige mededeeling van een feit. Als voorbeeld van een blad dat buiten de actieve politiek staat, en waarin letterkunde en inlichtingen elkaar op zeer verscheiden wijze afwisselen, mag dienen „Le Journal”.

In het geheel verschijnen te Parijs ongeveer 175 politieke dag- en weekbladen. Van het getal bladen van allerlei aard, die zoowel dagelijks als éénmaal per week verschijnen, en gewijd zijn nu eens aan de politiek en aan de gebeurtenissen van den dag, dan aan de meest uiteenloopende bedrijven en vakken, mag gezegd worden dat het dat van 2000 overtreft.

De Parijsche pers is van zoo’n belangrijken invloed in geheel het land dat de provinciale bladen slechts een bescheiden rol spelen. „La Gironde” te Bordeaux, „Le Petit Marseillais” te Marseille, „Le Progrès” te Lyon, maar vooral „La Depêche de Toulouse” (die te Parijs haar hoofdzetel en hare voornaamste redacteuren heeft), zijn bladen van belang en gezag.

De Pers-vereenigingen zijn nagenoeg ontelbaar. De voornaamste van allen is het Syndicat de la Presse Parisienne, gevormd uit de directeuren van alle parijsche politieke bladen zonder onderscheid. Dit syndicaat vertegenwoordigt de parijsche pers bij de openbare machten, waakt voor de rechten der pers en voert de verdediging der professionale belangen. Daarop volgen de oudste, ook zeer belangrijke vereen., L’Association syndicale des journalistes républicains français (in 1881 gesticht) en de Association des journalistes parisiens. De besturen dezer drie groote persvereenigingen vormen met die der drie departementale groepen der republikeinsche, monarchistische en bonapartistische journalisten het Comité général des Associations de la Presse française, dat de fransche pers in haar geheel vertegenwoordigt, echter meer in theorie dan in de praktijk.

Nevens deze algemeene en politieke persvereenigingen bestaan er tal van speciale groepeeringen, zoo die van de parlementaire journalisten, van de juridische pers, van de nouvellisten, van de tooneelcritici, van de sportverslaggevers enz., die nu eens om vakbelangen, dan met het doel van onderlinge hulp en verzekering zijn gevormd.

De parijsche pers heeft bovendien nog vereenigingen van philantropischen aard gesticht die zelfs buiten den kring van het journalisme werken. Zoo is daar de belangrijke Caisse des Victimes du Devoir, een weldadigheidsmaat.schappij waaraan alle bladen zonder onderscheid deelnemen en die o. a. het jaarlijksche Fête des Fleurs in het Bois de Boulogne doet houden. Dan zijn er nog het Oeuvre du Denier voor weduwen, weezen en ouden van dagen (onder bescherming van het Syndicat de la Presse Parisienne), en een Hulpfonds voor de weduwen en weezen der journalisten.

De parijsche correspondenten der buitenlandsche bladen hebben daar twee vereenigingen van zuiver professioneelen aard: het Syndicat de la Presse Etrangère en de Association syndicale de la Presse Etrangère.

Zoowel om er over te waken dat in de dag- en weekbladen de wettel, bepalingen op de drukpers worden nagekomen, als om de betrekkingen tusschen de pers èn de openbare machten te vergemakkelijken, is er èn aan het ministerie van Binnenl. zaken èn aan de Prefectuur van Politie een „service de la presse”; ook aan het Parket van den Procureur de la République te Parijs is zulk een „dienst” voor de declaratie der daar verschijnende bladen.