Gepubliceerd op 18-03-2021

Soera rana

betekenis & definitie

pseudoniem van Isaac Esser, schrijver, geb. 1845 te Buitenzorg, was leeraar aan de R. H.

B. te Assen en aan de H. B. en het gymnasium te Haarlem, aldaar ook mede-redacteur der „Oprechte Haarl. Crt.”; Gedichten (1868), Nieuwe gedichten (1871), Gelukkige invallen van Burnand (1871), Licht en Schaduw (gedichten, 1874), Mosaiek (1876), Venetië gered, treurspel van T. Otway (1882), Met een meeuwepluim (1884), Tennyson’s Idyllen van den koning (1896), De gedichten van S. R. (2 dln., 1906); schreef ook onder andere pseudoniemen: W. R. van Groenendael, Een verhaal zonder titel (1879), C. Terburch, Hildegonde van Duyvenvoorde en andere novellen (2de dr. 1880), Twee sproken van minne (1881), Cêlestine’s geschenk (1882), Bertha (1883), Ontrouw ? (1884, 2de dr. 1905), Vanitas (1886), Willem Norél (1889), Aan de zandkade (1905), R. C. Oudhuys, Zijne erfgename (1895), met zijn naam geteekend: Verstrooide Maden (Haarl. 1888).

< >