Gepubliceerd op 20-01-2021

Buitenzorg

betekenis & definitie

1) Zuidelijkste afdeeling der residentie Batavia (zie aldaar);

2) Hoofdpl. der gelijknamige afdeeling en zetel van den gouverneur-generaal van Ned.-lndië, sinds 1873 per spoor met het 59 km. noordelijker gelegen Batavia verbonden, ligt 265 meter boven zeespiegel, in een schilderachtige landstreek, heeft een koel en gezond klimaat: te midden van een prachtig park, waarin de beroemde plantentuin, het paleis van den gouverneur-generaal, met breed front, en slechts één verdieping hoog, gebouwd op de p'laat van een door Van Imhoff, ontworpen in 1809 door Daendels vergroot, in 1819 door Capellen verbouwd, op 11 Oct. 1834 door een aardbeving verwoest paleis; B. is sinds 1885 de zetel van de algemeene secretarie, van het hoofdbureau van liet mijnwezen, van de directie der staatsspoorwegen in Ned.lndië, enz.; het heeft een naar de eischen der nieuwere wetenschap ingericht krankzinnigengesticht, een uitgestrekt chinecsch kamp, gelegen bezuiden den plantentuin, aan den grooten postweg naar de Preanger, een prachtige renbaan (per jaar twee races), enz.; ook vindt men er de ateliers van de westerlijnen der staatsspoorwegen; in de nabijheid van B. ligt het door zijn oudheden bekende Batoe Toelis. In bevolking is het de twaalfde plaats van Nederl.-Indië; einde 1895 telde het 24.610 inw. (1525 europeanen, 18780 inlanders, 4002 chineezen, 288 arabieren, 15 andere vreemde oosterlingen).—B.,inlandsch Bogor, zou eenigen tijd zetel van de vorsten van het rijk van Padjadjaran zijn geweest; zijn latere ontwikkeling dankt het aan de omstandigheid dat in Aug. 1745 aan Van Imhoff een deel van den kampong Baroe (door hem Buitenzorg gedoopt) werd afgestaan, onder bepaling dat deze gift moest beschouwd worden als aan den gouverneur-generaal gedaan te zijn en dat zij door hem noch door zijn opvolgers zou mogen worden vervreemd; deze bepaling werd weldra doorliet opperbestuur ingetrokken; toen later bleek dat Imhoff’s erfgenamen niet in staat waren het landgoed te heheeren, werd het in vollen eigendom afgestaan aan gouv.-gen. Mossel; sinds ging het geregeld van den eenen gouv.generaal op den anderen over, tut aan Daendels, die een groot deel van de bijbehoorende gronden aan particulieren en het paleis met de meubelen enz. aan het gouvernement verkocht, dat het sinds aan den gouverneur-generaal ter bewoning afstond.