Gepubliceerd op 23-02-2021

Licht

betekenis & definitie

elk verschijnsel dat door middel van het gezichtsorgaan tot ons bewustzijn komt; die vorm van stralende energie, die de voorwerpen welke ons omringen voor ons oog zichtbaar maakt. Een stuk ijzer is in het donker onzichtbaar; gloeiend gemaakt of naar een verlichte plaats gebracht wordt het zichtbaar; er komt dan n.l. een physische voorwaarde tusschenbeide, die men het licht noemt.

Lichamen die uit zichzelf zichtbaar zijn, licht geven, zonder medewerking van een ander lichaam (de zon, een vlam), heeten zelflichtende lichamen, en die welke slechts bij aanwezigheid van zelflichtende lichamen zichtbaar worden, donkere, niet-lichtende lichamen. Al naar een lichaam, tusschen het oog en andere voorwerpen gebracht, deze laatste al of niet belet gezien te worden, noemt men dat lichaam ondoorzichtig of doorzichtig (zie ald.). Een lichtend voorwerp werkt niet slechts op het oog, maar brengt ook in zijn omgeving veranderingen teweeg, met de wetten waarvan de optica, de leer van het licht, zich bezighoudt. Wanneer voorwerpen aan het licht in den weg staan, heeft er terugkaatsing en indringing van het licht plaats, en als ze doorschijnend zijn, doorlating van het licht; hetzelfde gebeurt in ’t algemeen bij overgang in een middenstof van andere dichtheid. Door de terugkaatsing van het licht worden de donkere voorwerpen zichtbaar; bij.den doorgang van het licht ontstaan door breking onderscheiden merkwaardige verschijnselen, daaruit verklaren zich de kleuren. Bij het samenvallen van de golvingen ontstaat interferentie, die bij de polarisatie van het licht weer andere bijzonderheden veroorzaakt.

Het licht brengt ook warmte en scheikundige werkingen voort (zie Spectrum); op deze laatste berusten de photographie (zie ald.) en de invloed van het licht op den plantengroei. Ten opzichte van het wezen van het licht bestaan er twee stelsels, de emissie-, uitstralings- of emanatie-theorie, welke het licht houdt voor zeer fijne stofdeeltjes, met groote snelheid door de lichtende lichamen uitgeworpen, en de undulatie-, fibratie- of trillingstheorie. Het eerste dezer stelsels, van Newton afkomstig, heeft later, door nieuwere ontdekkingen, vooral van de interferentie, voor het andere, door onzen landgenoot Huygens (zie ald.) voorgestaan, plaats gemaakt. Volgens deze wordt de gewaarwording veroorzaakt* door trillingen van den aether, evenals het geluid door trillingen van de lucht wordt overgebracht. Die trillingen veroorzaken op het netvlies van het oog (zie Gezicht) de gewaarwording van het zien. Het licht is geen homogeen geheel, maar bestaat uit verschillende stralingen, in het spectrum zichtbaar door de verschillende kleuren. Aard en intensiteit van het licht worden bepaald door de golflengte en het aantal trillingen.