Gerrit kalff

betekenis & definitie

nederlandsch letterkundige, geb. 1856 te Zwolle, promoveerde te Leiden in de nederlandsche letteren, op proefschrift: Het lied in de middeneeuwen, was leeraar aan de openbare handelsschool te Amsterdam, en aan het stedelijk gymnasium aldaar, van | 1896—1901 hoogleeraar te Utrecht in de nederlandsche taal en letterkunde en het middelnederlandsch, is sedert Jan. 1902 hoog' leeraar in de nederlandsche letterkunde te Leiden; gaf in het licht: Middelnederlandsche epische fragmenten, Tooneelstukken der 16de eeuw, Geschiedenis der .Nederlandsche letterkunde in de 16de eeuw, Literatuur en tooneel te Amsterdam in de 17de eeuw, Studiën over Nederlandsche dichters der 17de eeuw (Vondel, Cats, Huygens, Hooft, Camphuysen, 2 dln. Haarlem 1901), Over de wording van literaire kunstwerken (rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt te Leiden, 1902); schreef verder bijdragen voor „Amsterdam in de 17de eeuw”, enz.