Gepubliceerd op 20-01-2021

Bleekzucht

betekenis & definitie

(Chlorosis). Een bij menschen en vooral bij vrouwen veelvuldig voorkomende vorm van de chronische bloedarmoede (zie aldaar), waarbij het bloed zeer arm aan roode bestanddeelen(bloedlichaampjes en bloedkleurstof) is en de huid een wasachtig bleeke of zelfs vaalgroene kleur aanneemt, de lippen (vooral aan de binnenzijde) zich vaalrood voordoen en de huidaderen slechts als dunne draden of violetachtige lijnen zichtbaar zijn.

In de halsaderen van aan B. lijdenden is met den stethoscoop een eigenaardig suisend geluid waar te nemen. Het bloed is bij B. waterachtig, zoodat het niet de benoodigde hoeveelheid zuurstof kan opnemen. en de. voeding der zenuwen, spieren, enz. dus onvoldoende wordt; de lijders gevoelen zich meestal huiverig, zwak, slaperig, vermoeid, zijn lichtelijk vatbaar voor onmacht of krampachtige toevallen en hebben dikwijls hoofd- en tandpijn en oorsuizingen: de spijsvertering is ongeregeld, de eetlust gering ; dikwijls wordt af keer voor vleesch en lust in oneetbare zaken (cacophagie) waargenomen: vaak treedt pijn in de maagstreek op en gaat opgezetheid van den buik gepaard met moeilijke ontlasting: dikwijls komt ook waterzucht aan de enkels, aan het gelaat en bepaaldelijk aan de oogleden voor; bij vrouwen, die in ergen graad aan B. lijden, komen ook stoornissen in de menstruatie voor, die bovendien dikwijls pijnlijk en al te spaarzaam of overmatig is, abnormaal uitblijft (zie Amenorrhoea), of op andere wijze onregelmatig verschijnt. Dit laatste verschijnsel komt veelvuldig voor bij meisjes, waarom men wel spreekt van meisjeskwaal, meisjesbleekzucht (puberteits-chlorosis) enz., hoewel ten onrechte, daar in dit geval de B. meer een gevolg is van een uit de eerste jeugd meegebrachte bloedarmoede of spierzwakte, dikwijls verbonden met gebrekkige ontwikkeling der inwendige geslachtsorganen en van het vaatstelsel, in het bijzonder dat der hersenen, dan dat zij op de ingetreden geslachtsrijpheid berust. Zoolang zoodanige meisjes nog roode wangen en lippen hebben, worden zij, hoewel uit vele andere verschijnselen de aanwezigheid der kwaal zou kunnen blijken, door onverstandige ouders en artsen dikwijls voor gezond gehouden en veronachtzaamd, hetgeen de kwaal in omvang zeer doet toenemen. In sommige kringen is de bleekzuchtige kleur ook een soort modekleur, waarvoor men gaarne de kunst te hulp roept.B. als verschijnsel van andere ziekten onderscheidt men tot nogtoe met geen afzonderlijke benamingen.

De meest gewone oorzaken van de B. zijn verkeerde, slechte voeding, gebrek aan lucht en licht, aanhoudende zittende arbeid, te vroege opwekking der geslachtelijke phantasie, liefdesmart, geheime zonden, enz.

Het verloop der B. is zeer verschillend; zelden treden alle bovengenoemde verschijnselen gelijktijdig of bij denzelfden lijder op; bij vele gevallen treedt na eenige weken of maanden genezing in; andere gevallen weerstaan hardnekkig elke behandeling en keeren na een schijnbare genezing in ergeren graad terug. In den aanvang zijn de meeste gevallen licht te overwinnen, namelijk door vermijding der genoemde oorzaken. De B, die reeds zoover gevorderd is dat de huid de waskleur aanneemt, wordt meest als ongeneeslijk beschouwd, en brengt menigmaal allerlei zenuwaandoeningen, en bij vrouwen uitblijven der menstruatie en onvruchtbaarheid mede. De lijders moeten zich veel, echter niet tot zware vermoeienis, in de open lucht bewegen, voedende kost gebruiken, veel melk drinken, de huid borstelen en zich omzichtig met koud water wasschen, liefst echter geregeld in lauw water een bad nemen (koude baden werken meestal nadeelig). De inwendige behandeling wordt door den arts voorgeschreven.

Bleekzucht bij schapen wordt gekenmerkt door een opvallende vermagering, met roserood gekleurde huid, enz. en is een gevolg van zekere wormziekten, b.v. het aanwezig zijn van lintwormen; de veeartsenijkunst zoekt vooral door de voeding deze ongesteldheid te overwinnen.

Bleekzucht der planten, gekenmerkt door geel worden der bladeren en belemmering in den groei, kan door verschillende oorzaken ontstaan, vooral door ongeschikte ondergrond, stilstaand grondwater, gebrek aan zekere minerale, der plant noudige stoffen, enz., en wordt liestreden door verbetering van den bodem, draineeren van den ondergrond, bemesting met dierlijke meststoffen, en bij potplanten door begieting met een zwakke oplossing van ijzervitriool.

< >