Gepubliceerd op 23-02-2021

Lippen

betekenis & definitie

Labra, de beide vleezige randen van de mondspleet. Zij bestaan uit een spierrijke grondlaag (de kringvormige sluitspieren van den mond), die buitenwaarts bekleed is met de huid, binnenwaarts met het slijmvlies van de mondholte; deze grondlaag bewerkt door hare samentrekking het sluiten van den mond; de L. bevatten verder talrijke bloedvaten, zenuwen en kleine slijmkliertjes.

Beide L. zijn door een bandje, het lipbandje (frenidiim labii), met het tandvleesch verbonden. Door haar vele zenuwen en zacht epithelium zijn de L. een uitnemend tastorgaan. Bij gezonden zijn de L., wegens haar rijkdom aan bloedvaten, hoogrood, bij bloedarme personen hebben zij een bleeke, bij hart- en longlijders een blauwe kleur. Onder de misvormingen en ziekten der L. moeten vermeld: de hazenlip (zie ald.), de dubbele lip, zijnde een chronisch oedemateuse zwelling der bovenlip, de lipkanker. De L. zijn ook vaak de zetel van syphilitische gezwellen. Zie ook Herpes.