ZOUTADER, v. (-s), zoutbevattende laag onder den grond;
...AZIJN, m. (scheik.);
...BAK, m. (-ken), bak voor, met zout;
...BAD, o. (-en), bad in eene zoutoplossing;
...BELASTING, v. (-en), rechten op het zout geheven;
...BERG, m. (-en), berg met zeer veel steenzout;
...BLOEMEN, v, mv. (scheik.) aangeslagen verdichte zoutdampen ; eene ganzevoetachtige plant (suaeda);
...BRIKET, v. (-ten), zout in briketvorm;
...BRON. v. (-nen), zouthoudende bron;
...BROOD, o. (-en),
...BLOK, o. (-ken),
...STUK, o. (-ken), zekere hoeveelheid zout in een vorm gegoten;
...DAL, o. (-en), dal waarin men zout vindt;
...DAMPEN, m mv. deeltjes zout: planten die zoutdeelen bevatten.