ZONNESTELSEL, o. (-s), eene zon met de hemellichamen die er omheen wentelen : ons zonnestelsel + het stelsel waartoe de Aarde behoort, bestaande uit de zon, de planeten, de wachters van sommige planeten, de kometen en de zoo te noemen kleine cosmische lichamen ;
—, o. (-s), leer der hemelsche lichamen en van hunne beweging ;
...STILSTAND, zie op ZONNESTAND;
...STOFJE, o. (-s), bijna, onmerkbaar stofdeeltje dat men in den zonneschijn ziet zweven;
...STRAAL, m. (...stralen), lichtstraal der zon;
...TAFEL. v. (-s), tafel waarop de schijnbare beweging der zon en haar stand nauwkeurig berekend wordt en waarvan men zich bedient ter bepaling van den meridiaan;.
...TEMPEL, m. (-s), tempel voor den zonnedienst;
...TENT. v. (-en), tent die tegen de zonnestralen beschut.