Gepubliceerd op 06-12-2018

WENTELEN

betekenis & definitie

WENTELEN, (wentelde, heeft gewenteld), draaien, keeren rollen : een steen wentelen; iets wentelen en keeren; zich wentelen, zich om (iets) heen bewegen: de hemellichamen wentelen {zich) om hunne assen; zich al liggende omwenden : de paarden wentelen {zich) in het gras. WENTELING, v. (-en), het wentelen, draaiing, keering : de wenteling der aarde om hare as; rolling; slingering.