Gepubliceerd op 06-12-2018

ZIEDEN

betekenis & definitie

ZIEDEN, (zood, heeft gezoden), laten koken; koken : zeep, zout zieden;

— (spr.) het is daar iederen dag gezoden en gebraden, men eet er iederen dag heerlijk van;
— (fig.) ziedend van woede, van woede kokende; zijn ziedend bloed, vurig, heet. ZIEDING, v. het zieden.

< >