ZEVENDE, telw. (ranggetal); hij was de zevende, de zevende persoon; Karel de Zevende van Frankrijk, Karel, de zevende koning van dien naam van Frankrijk; den zevenden Mei, den zevenden dag der maand Mei; ten zevende, in de zevende plaats;
— (kaartsp.) een zevende, opeenvolging van zeven kaarten van dezelfde kleur;
— vier zevende, viermaal een zevende van het geheel.