ZETPIL, v. (-len), een kegelvormig stukje zeep of vet, in de aarsopening gebracht, als purgeermiddel;
...PLANK, v. (-en), (drukk.) plank waarop de letterzetters de kolommen, die gezet zijn, plaatsen ;
...PLANT, v. (-en), loot;
...POTERS, m. mv. plantaardappelen;
...REGEL, m. (-s), (boekdr.) een regel gezette woorden;
...SCHIPPER, m. (-s), schipper die aangesteld is om een schipper tijdelijk te vervangen; (fig.) hij is zetschipper, hij is tijdelijk met de zaak belast.