Het begrip zegen heeft 2 verschillende betekenissen:
1. zegen - ZEGEN, m. biddend een kruis over iem. of iets maken ; iem. zijn zegen geven; den priesterlijken zegen uitspreken; het uitwerksel van zulk eene plechtige zegening : onder ’s Hemels zegen, onder den goddelijken bijstand; (fig.) hierop is geen zegen, dit gaat niet voorspoedig ;
— kinderen zijn een zegen van God ;
— (zeevissch.) op zegen varen, tegen zeker aandeel in de winst.
2. zegen - ZEGEN, v. (-s), groot vischnet waarmee men de geheele breedte van een vischwater afsluit; trekt men dit voort, dan vangt men alle visschen die niet door de mazen kunnen : met de zegen visschen ;
— sleepnet (voor patrijzen).