ZAAG, v. (zagen), platte strook ijzer aan de eene zijde getand en dienende om vaste (inz. houten of steenen) voorwerpen zuiver te verdeden : de tanden, het blad, het handvat eener zaag;
— (fig.) m. en v. (zagen), zaniker, zanikster.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: