WONDHAAK, m. (...haken), zeker heelkundig instrument;
...HEELER, m. (-s), heelmeester, chirurgijn;
...HEELKUNDE,
...KUNST, v. chirurgie;
...IJZER, o. (-s), (heelk.) werktuig om de diepte eener wond te peilen;
...KOORTS, v. (-en), koorts ten gevolge eener wond;
...KRUID, o. (plantk.) iedere plant waaraan men groote geneeskracht toeschrijft, inz. een plantengeslacht, tot de familie der vlinderbloemigen behoorende, waarvan slechts ééne \ soort, het gemeene wondkruid, bij ons in ’t wild wordt aangetroffen (anthyllis), valkruid;
...KUSSENTJE, o. (-s), kompres;
...NAAD, m. (...naden), (heelk.) naad van eene wond;
...PLEISTER, v. (-s),
...POEDER, o. middel tot heeling van wonden;
—, v. (-s), eene dosis van dit poeder; (ook) zekere heelkrachtige plant;
...RAND, m. (-en), rand eener wonde : gescheurde wondranden;
...ROOS, v. van eene wonde uitgaande roosziekte, door bacteriën veroorzaakt;
...TANG, v. (-en), zekere tang der wondheelers;
...TEEKEN, o. (-en), litteeken, overgebleven spoor eener wond;
...WATER, o. een uit wondkruiden getrokken water ter heeling van wonden;
...ZALF, v.