WESP, v. (-en), een vliesvleugelig insect (vespa), dat veel op bijen gelijkt, doch slanker van vorm is : bij de wespen onderscheidt men wijfjes, die van een angel met eene giftklier voorzien zijn, mannetjes en werkwespen;
— (scherts.) genist, militair hij de genie. WESPJE, o. (-s).