WENSCHELIJK, bn. bw. (-er, -st), te wenschen, gewenscht: het is wenschelijk, dat allen komen ; er is niets wenschelijker dan...; al wat wenschelijk is, nieuwjaarsbegroeting.
WENSCHELIJKHEID, v. het wenschelijke (van iets).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: