VLOTTEN - (vlotte, heeft en is gevlot), laten drijven : hout naar de zee vlotten;
— drijven, losraken (van vaartuigen);
— losraken, van het droge afraken;
— (fig.) gemakkelijk, licht gaan: het zal wel vlotten; vlottende schuld, die voorbijgaande, van tijdelijken aard is;
—vlottende koopers, de gaande en komende man, de niet vaste klanten ; Rotterdam met haar vlottende bevolking, niet vast, gaande en komende.