Wat is de betekenis van VLOTTEN?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vlotten

vlotten - Werkwoord 1. voortgang maken 2. voortdurend geleidelijk veranderen 3. in de vorm van een vlot naar een andere plaats brengen vlotten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vlot Woordherkomst van het Middelnederlandse woord vlotten

2025-07-15
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

vlotten

(1) Scheepstype in Zuidoost-Friesland; (2) Een aantal boomstammen die naast elkaar zijn gesjord om deze een waterstroom te laten afdrijven.

2025-07-15
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Vlotten

Transport van in het water liggende houtwerken, waarbij meestal de stroom de beweegkracht levert (z. Houttransport en Houtvlot). In tegenstelling tot mechanische transportmiddelen behoeft geen dode last naar het beginpunt teruggevoerd te worden en de lengte van de transportwege heeft slechts weinig invloed op de kosten. In een weinig ontsloten gebi...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vlotten

v.; (laten drijven), flotsje; (vlot verlopen), flotsje, flodderje, flutte; het werk vlot goed, it wurk fljocht troch de hannen; niet goed willen —, fêstsitte, net sjitte wolle, foar it krús sitte; willen —, fan 'e hân wolle, skiivje wolle, glêd fan ’e trie rinne.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vlotten

vlotte, h. gevlot (drijven; fig. gemakkelijk, licht gaan): vlottende balken; fig. het werk wil maar niet vlotten, van de hand; een gesprek wil soms niet vlotten, gelukken; een vlottende schoolbevolking, afwisselend; vlottend (of: omlopend) kapitaal, goederen, die door eenmaal gebruik verdwijnen (verbruik door gebruik) b.v. vlas, bewerkt tot linnen,...

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vlotten

(‘vlottən) (vlotte, gevlot) I. (heeft) laten drijven : hout op de rivier. II. (is) 1. losmaken, drijven : het schip vlot; iemand laten -, hem laten schieten. 2. gemakkelijk, licht gaan : het werk wil niet - of het wil met het werk niet -.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vlotten

(vlotte, heeft en is gevlot), 1. in vlotten vervoeren; 2. drijven: op het water vlotten; dobberen; 3. onvast, onzeker zijn, wankelen: alles is aan het vlotten geraakt; 4. zonder haperingen, gemakkelijk of voorspoedig verlopen: het werk wil niet vlotten.