Gepubliceerd op 06-12-2018

VLOO

betekenis & definitie

VLOO - v. (-ien), zeker vleugelloos insect (pulex), dat zich met het bloed van menschen en dieren voedt: vlooien hebben, vangen, knippen, met den nagel dooddrukken;

— hij heeft (slaap)vlooien;
— (fig.) (gew.) hij heeft eene vloo in ’t oor, hij is ongerust. VLOOITJE, o. (-s).

< >