VLOEDANKER - o. (-s), (zeew.) een met vloed uitgeworpen anker;
...BORD. o. (-en), vloeiplank;
...BOSCH, o. (...sschen);
...DEUR, v. (-en), (aan sluizen), buitendeur aan zeesluizen;
...GOLF, v. (...ven), rondgaande golf die vloed brengt: de loop der vloedgolven; vloedgolf eener zeebeving;
...GRAAF, v. (...graven), kleine wetering in Overijsel;
...HAVEN, v. (-s), haven waarin men alleen met vloed kan binnenvallen;
...PLANK, v. (-en), damplank.