vloedanker
vloedanker - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) tweede anker, uitgeworpen bij opkomende vloed Woordherkomst samenstelling van vloed en anker
Wiktionary (2019)
vloedanker - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) tweede anker, uitgeworpen bij opkomende vloed Woordherkomst samenstelling van vloed en anker
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), tweede anker, uitgeworpen aan de zijde tegenover die waar het reeds uitgeworpen anker is vastgelegd, om te voorkomen dat het schip bij opkomende vloed om zijn enige anker zwaait.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), tweede anker aan de zijde van een schip tegenover die waar het eerst uitgeworpen anker ligt, om te voorkomen dat het schip bij opkomende vloed het schip om dat enige eerste anker zwaait.
J.H. van Dale (1898)
VLOEDANKER - o. (-s), (zeew.) een met vloed uitgeworpen anker; ...BORD. o. (-en), vloeiplank; ...BOSCH, o. (...sschen); ...DEUR, v. (-en), (aan sluizen), buitendeur aan zeesluizen; ...GOLF, v. (...ven), rondgaande golf die vloed brengt: de loop der vloedgolven; vloedgolf eener zeebeving; ...GRAAF, v. (...graven), kleine wetering in Overijsel;...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: