VERSLIJTEN - (versleet, heeft en is versleten), afdragen, door dragen of gebruiken doen afnemen: schoenen, kleeren verslijten ; door te warm liggen verslijten de wijnen, verliezen zij den fijnen smaak en aan alcoholgehalte ; (fig.) houden voor : hij werd daar voor een gek versleten;
— afnemen, vergaan: de tijd verslijt;
—doorbrengen : den tijd met spelen verslijten. VERSLIJTING, v. het verslijten.