Wat is de betekenis van verslijten?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verslijten

verslijten - Werkwoord 1. (ov) door veelvuldig gebruik onbruikbaar maken Hij versleet menige broek met dat harde werk. 2. ergatief door veelvuldig gebruik onbruikbaar worden De broek stond bloot aan weer en wind en is nu geheel versleten. W...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verslijten

verslijten - onregelmatig werkwoord uitspraak: ver-slij-ten 1. het gebruiken en daardoor langzaam kapot laten gaan ♢ hij heeft al drie spijkerbroeken versleten dit jaar 2. hem daarvoor aanzien ...

2024-04-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

verslijten

verslijten - ‘beslapen’ (vgl. voor een min of meer gelijke betekenis-overgang: gebruiken). In een jaer en wordic, van hem versleten zeere, EVERAERT (ed. MULLER) 45 [1512].

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verslijten

v., (for)slite; (doen slijten) ta (de) fuotten út bringe; (door gebruik minder worden), ta (de) fuotten út gean, de flint skouwe; spoedig(van kleding), fan it liif, de hûd (ôf)rane; snel -d, slytsum, rij.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verslijten

(versleet, heeft en is versleten), 1. door dragen of gebruiken doen slijten : mijne uitverkorenen zullen het werk hunner handen verslijten (Jes. 65 : 22); schoenen, kleren verslijten ; ik wil mijn banden niet nodeloos verslijten ; (van de tijd) doorbrengen, besteden : zijn dagen met lezen verslijten ; 2. door het gebruik of gaandeweg...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verslijten

versleet, h. (1, 3), i. (2) versleten (1 door het gebruik doen slijten; 2 door het gebruik minder worden; 3 houden voor): 1. die jas zult gij niet verslijten, de tijd verslijten met lezen, doorbrengen; 2. deze schoenen verslijten spoedig; 3. verslijt je mij voor een sul?

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verslijten

(versleet, versleten) I. (heeft) 1. door het gebruik slijten: zijn handschoenen -. ➝ drempel, schaamschoe-

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verslijten

(versleet, heeft en is versleten), 1. door dragen of gebruiken doen slijten: kleren verslijten; zijn dagen met lezen verslijten, doorbrengen; 2. houden, aanzien voor: hij werd daar voor gek versleten; 3. door het gebruik gaandeweg afnemen, slijten; de tijd verslijt, verloopt en gaat teniet.