VERKRUIEN - (verkrooi, verkruide, heeft en is verkrooien, verkruid), kruiende vervoeren, verplaatsen : steenen, zakken verkruien;
— een molen verkruien, anders op den wind stellen;
— opschuiven, zich in beweging stellen: het ijs begint te verkruien. VERKRUIING, v. (-en), het verkruien.