VERDRINKEN - (verdronk, heeft en is verdronken), drinkende doorbrengen, slijten (den tijd);
— drinkende verteren: veel geld verdrinken; zijne zorgen verdrinken, door drinken vergeten;
— in het water doen stikken: een hond verdrinken; zich verdrinken; hij is verdronken, in het water omgekomen;
— het gansche land ligt verdronken, overstroomd, is onder water geloopen ;
—verdrinken eer men water gezien heeft, zich zedelijk of lichamelijk bederven zonder eigenlijk goed te weten wat men gedaan heeft. VERDRINKING, v. (-en), het verdrinken : de verdrinkingen in de Loire (gedurende de Fransche omwenteling in 1793).