Gepubliceerd op 24-02-2020

Verteren

betekenis & definitie

Het begrip verteren heeft 2 verschillende betekenissen:

1. verteren - VERTEREN - (verteerde, heeft en is verteerd), verbruiken, verorberen, opeten : alle levensmiddelen waren verteerd;
veel geld verteren, uitgeven aan gelag enz.;
— ik heb ƒ100 ’s weeks te verteren, zoo groot is mijn inkomen ;
— den pot verteren, door velen opgespaarde penningen in een plezierigen dag opmaken ;
— vernielen, verwoesten, verbranden : een verterend vuur;
— wegvreten, doorbijten: sterkwater verteert de metalen; ijzer door roest verteerd;
— vermageren;
— (fig.) vergaan, wegkrimpen: van afgunst, nijd, verdriet, jaloezie verteerd worden;
— ontbinden in zijne bestanddeelen (van spijzen): mijne maag kan die spijs niet verteren ; men leeft niet van hetgeen men eet, maar van hetgeen men verteert; de wijn verteert de eerste maanden op fust, de vaten worden minder vol;
— de maan verteert de wolken, verdrijft ze, doet ze uiteengaan;
— dat laken is verteerd, vergaan, mist alle stevigte.

2. verteren - VERTEREN - (verteerde, heeft verteerd), overteren, met teer bestrijken; terende verbruiken.