Gepubliceerd op 02-09-2018

Doorbrengen

betekenis & definitie

DOORBRENGEN, (bracht door, heeft doorgebracht), door iets heen brengen, geleiden we zullen u wel doorbrengen (door vijandelijke liniën, door een examen);

verkwisten: hij heeft zijn gansche vermogen doorgebracht;
— besteden, slijten: hoe brengt gy uwe Zondagen door ?;
— beleven, lijden wat al bange dagen heb ik doorgebracht; ik heb heel wat met hem doorgebracht, veel moeilijks met hem doorgemaakt.
DOORBRENGER, m. (-s), verkwister;
...BRENGSTER, v. (-s).
DOORBRENGING, v. het doorbrengen; verkwisting.