Gepubliceerd op 02-12-2018

Trompet

betekenis & definitie

Trompet - v. (-ten), een koperen blaasinstrument dat een schetterenden doordringenden toon geeft: op de trompet blazen, de trompet steken, (ook scherts.) gas loozen, winden laten;

— blaasinstrumentje voor kinderen ;
— spreekhoren (op schepen), kromhoren;
— (muz.) zeker orgelregister;
— (ontl.) de trompet van Eustachius, de verbindingsbuis tusschen de trommelholte van het oor en de keel; de trompetten van Fallopius, de uiteinden van de baarmoeder naar de eileiders ;
— eene soort van bochtsteek, ook Engelsche klink geheeten. TROMPETJE, o. (-s).

< >