Gepubliceerd op 02-12-2018

Toets

betekenis & definitie

Toets - m. (-en), beproeving van metalen; men zag bij den toets dadelijk, dat het stuk goud te weinig gehalte had;

— (fig. ) beproeving : dat kan den toets der waarheid doorstaan; iem. op den toets zetten;
— (muz.) (bij klavierinstrumenten b. v. het orgel, de piano) het smalle, beweeglijke stukje hout, waarop de vinger drukt en welks uiteinde alsdan de klep eener orgelpijp opent, of een hamertje in beweging brengt, dat tegen de snaren slaat, waardoor de toon wordt voortgebracht; de witte en zwarte toetsen; een verkeerden toets grijpen, aanslaan;
— streken van een schilder waardoor iets op eene schilderij flink uitkomt: met een paar toetsen gaf hij het plan aan, de fijne toetsen komen niet goed uit. TOETSJE, o. (-s).