Gepubliceerd op 02-12-2018

Toelaten

betekenis & definitie

Toelaten - (liet toe, heeft toegelaten), den toegang vergunnen : iem. in huis, op een erf toelaten; er mag niemand bij den zieke toegelaten worden;

— aannemen (als lid enz.);
— tot een examen toelaten, er aan laten deelnemen;
— de verlangde akte van bekwaamheid uitreiken (na een examen): geëxamineerd 16 candidaten, toegelaten 12; niet toelaten, afwijzen (bij een examen);
— iets toelaten, gedoogen, vergunnen, dulden;
— oogluikend toelaten, door de vingers zien;
— als het weer het toelaat, ga ik morgen, bij gunstig weer;
— dicht-, gesloten laten, niet openen; de ramen toelaten. TOELATING, v. vergunning; het dulden; aanneming (als lid enz.).