Gepubliceerd op 24-02-2020

Erf

betekenis & definitie

Het begrip erf heeft 3 verschillende betekenissen:

1. erf - ERF v. (plantk.) een der volksnamen van de muur (stellaria media cyrillo), ook gemeene muur, murik, mier, vogelmier, hoenderbeet en vogelkruid geheeten.

2. erf - ERF ERVE, o. (erven), nalatenschap, erfdeel;
huis en erf, stuk grond dat bij het huis behoort;
— het erf der vaderen, het vaderland;
— (Ind.) grond of afgezette ruimte waarop het huis staat, verdeeld in voorerf (voor het huis) en achtererf (achter het huis en gewoonlijk met boomen en struiken bezet);
— onbebouwd stuk grond bij eene boerenwoning;
— afgesloten ruimte, grondgebied: ieder is baas op zijn eigen erf;
— vaste goederen hij moest zijne have en erf verkoopen;
— boerenplaats;
— het erf voor de pacht laten liggen, met de noorderzon vertrekken;
— heerschend erf, welks eigenaar rechten heeft op een ander erf, dat dan dienstbaar of lijdend erf genoemd wordt.

3. erf - ERF m. (erven), erfgenaam wie zijn zijne erven ? gedrukt en uitgegeven bij de erven J. J. Tijl, te Zwolle;
— (gew.) nerf (van leder).