Het begrip tieren heeft 2 verschillende betekenissen:
1. tieren - tieren - (tierde, heeft getierd), welig groeien, goed ópschieten : die planten tieren hier goed; gedijen, gelukken: ’t wil met hem met tieren, niets gelukt hem; aarden, thuis gevoelen: zij kan daar met tieren.
2. tieren - tieren - (tierde, heeft getierd), leven, geweld, geraas maken.