Tentbalk - m. (-en), balk op twee mikken voor eene dakvormige tent;
...BEWONER, m. (-s), iem. die eene tent bewoont;
...DAK, o. (-en), dak dat van alle vier zijden in één punt uitloopt, evenals het bovenste gedeelte eener tent;
...DOEK, m. (-en), doek, tot de samenstelling van eene tent dienende:
—, o. tentlinnen.