Gepubliceerd op 02-12-2018

Strubbelen

betekenis & definitie

Strubbelen - (strubbelde, heeft gestrubbeld), (gew.) kijven, twist hebben. STRUBBELING, v. het strubbelen ; moeite, bezwaar, beslommering: dat zal veel strubbeling geven; inz. oneenigheid, kleine twist: strubbeling met iem. hebben, krijgen; dat geeft weer strubbeling, dat geeft weer ongenoegen.

< >